Acht Franse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog zijn met militaire eer herbegraven.
Dat gebeurde op 7 december in Ieper, op de Franse militaire begraafplaats Saint-Charles De Potyze.
We schrijven 2016. Archeologen van de firma’s Monument-Vandekerckhove, Ruben Willaert en Gate bvba vinden rond Diksmuide en Ieper de stoffelijke resten van acht militairen. Na die vondst beginnen de archeologen aan een lange reeks opzoekingswerken, in nauwe samenwerking met de gemeentes, de provincie, Defensie en de Franse ambassade.
Zo konden ze uiteindelijk twee militairen identificeren. Eén soldaat was een tirailleur sénégalais (van de Franse koloniale troepen) en de ander was marinefuselier.
In 1914 gingen de gevechten rond Diksmuide met enorme verliezen gepaard. Van één van de Senegalese bataljons, ongeveer achthonderd tot duizend man sterk, bleven er slechts elf soldaten over. Toch slaagden ze erin om stand te houden totdat de IJzervlakte was ondergelopen. Zo konden ze een Duitse doorbraak bij Diksmuide op het nippertje tegenhouden.
Een jaar nadat hun lichamen werden teruggevonden, zijn de acht Franse soldaten herbegraven. Dat gebeurde met een herdenkingsmis in de kathedraal van Ieper, gevolgd door de ceremonie op de Franse militaire begraafplaats Saint-Charles De Potyze.
De ambassadeur van Frankrijk, mevrouw Claude-France Arnould, sprak haar dankbaarheid uit voor het ultieme offer dat de militairen hadden gebracht. Op de sobere, maar ontroerende plechtigheid waren ook twee Franse militaire detachementen en een groot aantal vaandeldragers aanwezig.
De eveneens aanwezige archeologen waren meer dan tevreden. Acht onbekende militairen hebben uiteindelijk hun laatste rustplaats gevonden.
Tekst & foto’s: Patrick Brion - 11/12/2017 -
http://www.mil.be/nl/artikel/een-definitieve-rustplaats